Cultuurverschillen

Mijn ervaring was dat ik nooit echt te maken had met cultuurverschillen. Hier in Spanje wonend, waren we allemaal toch min of meer van dezelfde cultuur. Ook mijn Venezolaanse vriend viel binnen dit kader. Zijn taal was Spaans, ik sprak dit ook, zijn moedergeloof was Katholiek, ik was daar wel bekend mee.

Toch leerde ik veel nieuwe dingen kennen, die bij onze relatie om de hoeken kwamen kijken. Zo zei hij ‘Bendicion, viejita‘, toen ik hem voor de eerste keren met zijn moeder hoorde spreken, aan de telefoon. Ik, nauwelijks Spaanssprekend, dacht dat het een soort van begroeting was. Uiteindelijk leerde ik dat dit ‘Zegen mij, oudje’ betekende. Had jij hier ooit van gehoord? Ik tot dan toe niet.

Later kwam het bezoek aan Venezuela. Het Rooms-Katholieke geloof is daar voor bijna 96 procent vertegenwoordigd; ik zelf kom uit een katholiek/protestants gezin, ik ben niet gedoopt en ken de bijbel puur als dat stoffige oude boek dat bij ons in de kast stond.

Ik sprak na twee jaar samenzijn met mijn partner al redelijk Spaans. Wij filosofeerden samen, ruzieden, bespraken onze passies en hadden een huishouden samen. In Venezuela leerde ik nog meer nieuwe woorden kennen. Woorden waar ik niet eigenlijk aan kon voldoen. Zijn neefjes en nichtjes vroeg mij om ‘bendición’: Ik moest ze zegenen, ‘Que Dios te bendiga.’ Hoe kan ik ooit zoiets hypocriets over mijn lippen krijgen? Ik geloof niet in jullie God, dacht ik vaak. Zó vaak oefende ik ‘Que Dios te bendiga’. Mijn vriend Carlos zei dat ik ook kon zeggen, ‘Que Dios te cuide’, dat God voor jou zorgt. Deze vond ik mooier maar kostte mij nog steeds moeite.

Maar dat deze neefjes en nichtjes het als een afwijzing zouden opvatten, had ik nooit geweten. Dat zij dit als een goedkeuring, een beoordeling, een zegen van mij zouden ervaren, wist ik wel. Maar toch, ik kon dit niet. Bovendien, het zou zó opvallen, ik dit zeggende als een blanke Nederlander in het Zuid-Amerikaanse Venezuela, zouden ze niet om mij lachen?

Ik zei het zachtjes tegen ze, mijn ‘Que Dios te bendiga’, maar blijkbaar was dat niet goed. Het leek wel alsof ik mij voor hun schaamde, als ik het zo zacht zei! Dat was nooit mijn idee geweest! Later, via de Whatsapp probeerde ik het aan het oudste meisje uit te leggen: Ik  wens jou alle ‘bendiciones’ ter wereld toe, ik wens jou al het pracht en praal, maar het kost mij om het op jouw manier te zeggen. Ze zei ja, maar ik weet niet of ze het begreep.

Gelukkig zijn kinderen vergevensgezind. Ik leerde het al over de Whatsapp te zeggen, maar eerder dit jaar kwam de echte proef; Ik ging opnieuw naar Venezuela. De neefjes en nichtes vroegen mij opnieuw om Bendición, en ik zegende ze elke dag. Het was erg spannend, en ik keek Carlos dan ook aan, elke keer dat ik het zei. Zijn mooie glimlach vertelde dat ik het goed deed, hoe gek mijn accent en huidskleur ook was.

Ook had ik geleerd dat ik geen ‘dankjewel’ kon zeggen bij ‘dat God jou betaalt’, en andere mooie verwensingen die ik ontving. Zijn moeder wenste mij namelijk vaak veel moois toe, en een beleefde ‘dankjewel’ kon blijkbaar niet. Correct was ‘amen’. Dit was een ander woord dat mij veel heeft gekost. Nu zit ik in mijn telefoongesprekjes met mijn schoonmoeder vol ‘amen’ hier en daar.

Tijdens mijn tijd in Venezuela heb ik zegeningen leren geven, amens leren zeggen en vooral veel leren lachen. Cultuurverschillen, ja zeker! Maar ik ervaar het niet zo. Voor mij zijn het stappen in de communicatie met mijn schoonfamilie. Elke persoon is anders, of het nu in het Nederlands is of in het ‘Venezolaans.’ Gelukkig weet mijn vriend dat het voor mij anders is, alhoewel ik mij soms afvraag of hij het tot in zijn hart begrijpt.

De dag dat zijn moeder erachter kwam dat ik niet gedoopt was, weet ik nog goed. Ze vond het verschrikkelijk. Mij vond ze niet verschrikkelijk, maar het feit dat ik ooit in de hel zou komen deed haar veel pijn. Want dat wenst zij niemand toe. Toen ik aan Carlos vertelde dat ons, ooit aanstaande kind, best gedoopt mocht worden voor de gemoedstoestand van zijn moeder, was hij daar niet zo mee eens. Mijn vriend is een Venezolaan, maar gevormd in Spanje en geliefd door een nuchtere Nederlander. Hij is niet heel streng in zijn leer en neemt er vaak zelf redelijk afstand van. Wij beiden wensen iedereen geluk toe. Of dat nu een gelovige, Venezolaanse Katholiek is, een Colombiaanse homoseksueel, een Pakistaanse moslim, een Hindoestaanse Indiër of een doodnuchtere Nederlander. Is dat niet het ultieme? Gewoon geloven in wat goed voelt? Gaan voor degenen die de positieve vibes uitstralen en jou geluk toewensen? Ik denk van wel, en als dat af en toe aanpassingen vereist, doe ik dat met alle liefde en zegeningen die ik van het universum of andere mooie mensen ontvang. Amen.

 

7 Reacties op “Cultuurverschillen”

Laat een comment achter, vind ik leuk!

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.